donderdag 14 augustus 2008

Laatste week

Den Den Town:
-Aan het begin van vorige week ben ik in DenDen town geweest. Zoals elke groote stad, heeft ook Osaka een enorm district met alleen elektronica en manga prutsetjes. DenDen Town, iets wat je natuurlijk wel moet meemaken als je in Osaka bent, en een hele goede plek voor souvenirs (dacht ik). Het lag naast Namba, het enorme kleurige winkeldistrict in Osaka. Ik ging vroeg op om met de trein er naar toe te vertrekken. Zoë had geen zin, dus het was wel stil die dag.

Na het gewone winkeldistrict, het kookwinkeldistict door te hebben gekruist, zag ik allemaal winkeltjes met elektronica. Niet echt heel bijzonder, behalve dat ze in Japan dan weer met geluid en kleur elkaar proberen te overtreffen. Toen ik in de hoofdstraat kwam werd het wel bijzonderder. De hoofdstraat wat een hele lange straat, vol gebouwd met elektronica shops, manga winkels en gamezaakjes. Het was allemaal wel mooi, de winkeltjes en de straat dus. Maar de meeste winkels verkochten of te dure, te grootte, te zware dingen of dingen die we ook in Nederland hebben. Daarnaast lag overal wel iets waarvan ik geen idee had wat het was. Ze hebben daar gewoon bijna alles. Maar echt interessant vond ik het niet... Wat wel leuker was waren de mangawinkeltjes. Daar vond je de gekste geklede mensen in alle manga die je maar kan wensen. Ik zelf had weinig te wensen,en als ik al manga wilde, was die toch in Japans. Maar het was wel grappig. Ook was ik verbaast over het aantal anime goods. Poppetjes, sleutelhangers, puzzels en weet ik niet wat, lagen in de schappen van sommige winkels. Het was dus meer een kijk-en-niet-koopdagje.

Omdat ik best vroeg klaar was heb ik ook alle straten van Namba nog eens doorkruist. En een paar souveniertjes gekocht. Het blijft zo mooi, al die winkels en mensen. Het zijn allemaal kleine smalle flatjes, stuk voor stuk heel verschillend, die elk weer met kleur, licht, geluid en korting producten verkopen. De meeste zijn kleding winkels, waar skinny meisjes bekleed met make-up en de mooiste kleren van de winkels: 'irashaimasuu' schreeuwen. 'Welkom' betekend dat, maar door dat geschreeuw klinkt het niet zo... En overal mensen natuurlijk, waar de golven van zwart haar (een enkele bruin) zich door de straten stromen. Namba heeft als ruggengraat Shin-sai-bashi, een enorm lange overdekte winkel straat. Daar naast staat zijstraatjes met vooral eet tentjes, je zou deze straatjes haast overdekt kunnen noemen door het enorme aantal elektriciteitsdraden. Daarnaast weer pararel lopende straten aan Shin-sai-bashi. Enz. Het is gewoon mooi :).

Kishiwada:
- De dagen erna eens grondig de stad waar ik verbleef verkennen. Met de fiets, bewapend met geld en drinken, reed ik door de straten van Kishiwada. Waar ik wat meer leerde over hoe een Japanse stad er uitziet. Er zijn verschillende soorten huizen in Japan. Van klassiek: grote huizen, met veel daken die in elkaar overlopen, versieringen, tatami-kamers en Japanse tuinen. Stereotiep dus. Tot Modern, beetje zoals de nieuwbouw huizen in Frankrijk: vierkant, plamuur, kleine ramen en dakpannen zijn vierkantjes. En alles er tussen in, is van alles een beetje. Verder veel flats en winkeltjes.

Er zijn dus veel winkeltjes. Net als de vendingmachines, kom je overal kleine winkeltjes tegen. Meestal wel in een zelfde straat, maar ook gewoon in een woonwijk. Vaak middeljarige vrouwtjes of mannen, die ruimte overhebben (kinderen wonen op kamers of zo), die dan hun woonkamer ombouwen tot winkeltje. In sommige winkeltjes waar ik in ben geweest zat de eigenaar (meestal vrouw, man werkt buitenhuis) gewoon te strijken achter de kassa of eten te maken. Het leuke is dat je in Osaka kan afdingen. Dus als iemand ooit naar Osaka gaat, doe dat ook. Scheelt centen ;). De eetplekjes zie je ook overal. En in Japan is het heel gewoon dat je even uit gaan om iets te halen, de prijzen zijn dus heel goedkoop, voor hele goede maaltijden.

Osaka prefectuur is eigenlijk 1 enorme stad, en is de stad is vaak veel industrie en dienstverlening (ook al zag ik soms midden in de stad een rijstveld). In Nederland is industrie en woonwijk gescheiden. Hier niet (net als arm en rijk, het verschil zit in de frequentie van arm-rijk en industrieel-ruraal). Er zijn af en toe een klein fabriekjes te zien waarvan de meeste bijna uit elkaar vallen van ouderdom. Over het golfplaat loopt roest en het ziet er allemaal maar 3de werelds uit. Het gekke is dat ik er geen 1 in werking heb gezien. Wel 1tje van binnen, maar stond uit. Omdat die fabriekjes heel klein zijn, hebben de mensen er denk ik geen last van. De dienstverlening ligt vaak langs een grote weg.

Over wegen gesproken, die zijn in Japan vreselijk onlogisch. Toen ik naar het noorden fietste en in een wijk kwam met veel wegen en industrie wilde ik terug naar huis: ik had honger en hier was toch niks boeiends. Omdat het me wel leuk leek om met een andere weg terug te gaan, fietste in naar een andere grote weg die 1 km verderop ligt en parallel loopt met de heenweg. Toen zag ik opeens een mooi plekje, dus ik fiets daar heen. Na dat te hebben bezichtigt, wilde ik verder fietsen, naar die grote weg, ik ga niet terug, want als ik rechts blijf aanhouden kom ik er wel. Nou niet dus. Wegen lopen dood of maken vreselijke bochten die je uiteindelijk nog verder laten dwalen. Ongelofelijk frustrerend. Ik kon dus helemaal terug fietsen. Later weer het zelfde verhaal bij een brug. Bah.

____
Link naar het album van Kishiwada:


Matsuri en Nara.
- De laatste twee dagen veel ingepakt en foto problemen opgelost. Maar ik had wel weer een Matsuri op een school: eet tenten, kinderen in yukata en overal kon je spelletjes spelen onder geluid van enka (mix tussen Japanse pop en Japanse klassieke muziek). En bij Zoë's huis yakiniku gegeten, BBQ, maar dan in de woonkamer op een soort grilplaat, heerlijk! Het vlees is zo mals en sappig, met die lekkere dressings er bij ...: !!!

De 10de gingen we naar de twee beroemdste tempels in Nara, een oud mooi heel oud tempel complex met het oudste houten gebouw ter wereld (uit de 7ende eeuw, het staat er nog steeds!) en de enorme Daibutsu, Grote Boeddah. Die was echt enorm. Echt heel bijzonder dat zo'n gigantisch bronzen bouwwerk in de 12de eeuw (geloof ik) is gemaakt. Helaas deed mijn camera weer extreem ^%$*&. Verder was het wel leuk ^^.

___
Link naar het album van Nara:


Koffers pakken, afscheid en Nederland
-Ja, dat was niet leuk. Heel vervelend om weg te moeten. Japan was zo fijn, mijn gastgezin was echt familie voor me en er was nog zo veel te doen. Maar helaas moest ik terug. Ik zou nog twee weken kunnen blijven, maar dan moest ik de terug reis zelf uitzoeken en betalen (waarom laat YFU ons nou niet gewoon een weekje extra in Japan blijven? Het is een zomer programma, en de zomer is nog niet eens afgelopen ;))

We werden op de dag van uitzetting naar het vliegtuigveld gereden waar Zoë en ik op een vliegtuigje zou stappen naar Tokyo. Na een rottige afscheid en een uur turbulentie kwamen we aan in Haneda Airport Tokyo. Daar stond Cris en twee andere meisjes uit Litouwen om met ons naar het hotel te gaan. Dat was wel heel gezellig. Ervaringen uitdelen, jaloers luisteren naar al die leuke verhalen (ook al moest Cris er voordurend door het babbelen over zíjn ervaring) en twister spelen. De volgende dag op het vliegtuig naar Nederland aangefladderd, doodmoe van 1001 films en geen slaap in 2 dagen. Terwijl we naar Goudplevier 93 reden door het grijze landschap van Nederland dacht ik aan mijn onbeschrijfelijk geweldige tijd in Japan.

Bedankt iedereen die mij heeft geholpen om deze onvergetelijke 5 weken mee te mogen maken. Bedankt.

dinsdag 5 augustus 2008

Koyasan

Metropool Kansai (steden rond Osaka, Nara, Kyoto en Kobe) is omringt door bergen, en die bergen zijn heel mooi, alleen lastig te bereiken. Vandaag ging ik naar zo'n berg, maar dan wel een heel speciale. Koyasan. 1200 jaar geleden gaf de keizer deze berg aan de grondlegger van een Boeddhistische sekte. De volgelingen hebben deze berg vol gebouwd met mooie gebouwen en een enorm kerkhof. Heel speciaal allemaal.

We (Zoë en ik) gingen weer met Sumi-san. Op de heenweg (2 uur) vooral genoten van het uitzicht: het platteland. Dat is zo anders dan het Nederlandse: bergen, rijstvelden, huizen met hele bijzondere daken en bamboebossen. Aangekomen aan de voet, met de kabelbaan omhoog. Ik stond voor het voorste raam, dus mooi uitzicht. Op het ingang bord stond heel trots: World Heritage. Daarna met de bus door de stad (bestaand uit oude tempels en huizen) getoerd naar de Boss Temple. De über tempel, zeg maar. Die heel oud en heel mooi was. Ik kan wel beschrijven, maar foto's zeggen meer dan 1000 woorden.

Daarna gingen we naar een enorm kerkhof. Een heel duur, groot en speciaal kerkhof. Bestaand uit: hele grote oude mossige bomen, overpopulatie van gedenkstenen, torii en beelden en muggen. Gewoon bijzonder om daar rond te lopen. Toen was het alweer tijd om terug te gaan... :(

___
Link naar het album van Koyasan:

Suika Smash~!

Gisteren hadden we een sport dagje. Eerst tennis, waar ik eindelijk de forehand beheerste, en daarna naar het strand! In Japan is het traditie om op het strand een watermeloen (suika (spreek uit: soeika) kapot te slaan. En dan op te eten. We gingen op pad met Zoë's gastgezin, dat van mij, en de tennis spelers van Kazuko's club (die ik inmiddels ook allemaal kende). We zitten in Osaka prefectuur. Ongeveer een gebied zo groot als half Nederland dat geheel vol is gebouwd. Alleen aan de berg grenst het platteland. De zee kant is allemaal industrie. Het was een wonder dat er nog strand is, dacht ik toen ik in de auto zat.

Echt een wonder was het dus niet. Vlak naast een snelweg op stelten (hele lange brug met een snelweg of treinspoor er op), lag het strand, dat weer tussen twee havens lag. Het strand was deels geasfalteerd en het stonk naar dode vis. Het enige dat me bekend voorkwam was het strandvolk. Ons stekje lag ook niet op het strand, maar onder de brug... Ik had gehoopt op een tropisch strand, met wit strand en palmbomen (dit deel van Japan ligt in de Tropen, dus...). Al snel vergat ik de teleurstelling, want we hadden wel lol. En het was al tijd voor de Suika Smash!

Zo werkt dat: men neemt een watermeloen, snijd deze aan 1 kant aan, legt de meloen in een bak, vervolgens brengt men deze het strand op. De smasher wordt geblinddoekt en duizelig gemaakt, krijgt een honkbalknuppel en moet naar de meloen toe lopen op instructies van de omstanders. De smasher krijgt 1 kans op de meloen te slaan. Mislukt, gaat een volgende, gelukt: eten! Het was heel grappig en heel leuk. Ik had wel pas 'smash' de tweede keer... De watermeloen was overheerlijk.

Met volle buik gingen we strandballen, daarna leek iedereen het een leuk plan op te baseballen in het baseball center (voor 300yen krijg je een knuppel en krijg je 25 ballen naar je toegesmeten, die je moet raken). Voor 300 yen kreeg ik een muntje en een aardige man gaf mij ook nog eens een extra muntje zodat ik twee keer kon proberen een homerun te slaan. Het is veel moeilijker dan het lijkt, maar soms raakte ik een mooie bal. Terug thuis het plaatselijke specialiteit gegeten (kashimin, soort takoyaki met kip). Mmmm. Daarna vuurwerk met Ken’s vrienden afgestoken, gewoon in de tuin: lol.

Thee ceremonie

De dag na Koshien had ik eindelijk mijn Japanse Thee Ceremonie. Dat moet je toch wel hebben ervaren als je in Japan bent. Mijn gast oma heeft bevoegdheid om thee ceremonie te doen (ze heeft zelfs diplomaten getheeceremonied) dus daar gingen we ook naar toe (haar huis staat naast het onze). Het is een klassiek Japans huis, dus allemaal heel sierlijk gedecoreerd.

Thee ceremonie komt uit China, maar de tijd heeft het een metamorfose gegeven (met de meeste dingen die origineel uit China naar Japan zijn gekomen), zodat het toch weer Japans te noemen is. Thee ceremonie is heel strikt en moeilijk te leren. Elke beweging is voorgeschreven en heeft een betekenis. Nu ik het heb meegemaakt, denk ik dat het voornamelijk over het in samen in een pure harmonie zijn, waar ieder gelijk is. Alles wordt in met zorgvuldigheid en beleefdheid bereid en gedaan.

Je zit dus in een thee ceremonie kamer (soort luxe klassieke Japanse huiskamer) op je knieën naast elkaar. Eerst krijg je een heel zoet Japanse snoepje (om de bitterheid van de thee te verdoezelen), je buigt, eet en buigt. Dan krijg je de echt groene thee (dus echt bladgroen). De kom waar het in zit heeft een voorkant met een betekenis. Je krijgt de voorkant naar je toe aan gereikt en die pak je aan met je rechterhand, de kom plaats je in je linkerhand. Met rechts draai je in 3 keer de voorkant naar voren. Dan drink je in 3 slokken de thee leeg, met het laatst een klein slurp geluidje. Je draait in twee keer de voorkant naar rechts. Dan buig je weer en wordt de kom weggehaald. Dat was mijn thee ceremonie. In het echt is alles veel officiëler, maar omdat het hele gezin mee deed, leek het meer op een thee kransje.

Als avond eten gingen we naar een sushibar, waar ik heel veel lekkere sushi naar binnen heb gewerkt (veel en veel smakelijker dan in Nederland (ook veel goedkoper!)). Alleen de zalmeitje sushi smaakte vreselijk (naar slijmerig zeewater :S).

zondag 3 augustus 2008

Baseball in: Koshien!

Er is 1 sport waarin elke Japanner zich in kan vinden, en dat is baseball. Wat hier voetbal is, is daar baseball. Elke highschool heeft dus een eigen baseball team. Omdat er geen sportverenigingen zijn, is de enige manier om aan sport te doen via school geregeld. Al die scholen spelen zo nu en dan tegen andere scholen in hun prefectuur (provincie, maar dan groter). Elk jaar is er een winnende school van elke prefectuur (grote prefecturen hebben gedeelde winnaars). Het belangrijkste zomer feest voor de baseball liefhebbers heet: Natsu no Koshien! (Zomers Koshien). Koshien (spreek uit: ko-sji-en) is een enorm groot baseball stadium in Kobe. Alle grote games worden daar gespeeld. Natsu no Koshien is het twee weken durende gevecht tussen de scholen van de winnende prefecturen.

Koshien vierde gisteren haar 90ste verjaardag, hun 90ste Natsu no Koshien. En ik was er bij. Kazuko had kaarten geregeld en Sumi-san bracht ons er heen (Zoë en ik). Hij doet dat elk jaar met buitenlandse gasten die hij via via kent. Sumi-san is een 65-jarige man die erg geïnteresseerd is in het buitenland. Hij speekt aardig goed Engels (voor een Japanner) en is erg behulpzaam. Soms wat miscommunicatie, maar verder ging alles goed. Dus, 7:14 AM kwam hij en Zoë aan in Haruki. Met twee liter water, zonnebrand, eten en fotocamera in aanslag arriveerde we na 2 keer overstappen in Kobe. Ondertussen kennis gemaakt met Sumi-san, die ons gelijk de regels van baseball uitlegde. De openingsceremonie was helemaal uitverkocht. En wij waren er lekker bij.

Na een rugzak controle konden we het stadium in. Enorm! Zo groot! Niet te geloven. De brandende ochtendzon scheen fel door de wolken op het publiek. Het publiek leek wel een zee, al het gewapper van uchiwa (Japanse waaier) waren de golven die weerspiegelde in de zon. Wij hadden een plekje gevonden en al snel begon de opening ceremonie. Eerst speeches, toen schoolmeisjes die de 90 vlaggen droegen van de scholen die al die jaren hebben gewonnen (heel statig allemaal), en daarna kwamen de teams binnen marcheren, met hun school vlag voorop. Het is een enorme eer voor de spelers en de school, dus alles is heel netjes en geordend. Toen de ceremonie over was, begonnen de wedstrijden.

De eerste game was Hokkaido tegen Yamaguchi. Eerst was ik voor Hokkaido (omdat die zulke lekkere gerechten hebben en hun kleur ook oranje is), maar later voor Yamaguchi (ze speelde erg mooi). Het was heel spannend. Baseball is een hele leuke sport, had ik niet verwacht. Het was warm (38 graden) en de brandende zon maakte het alleen maar warmer. Ik had mijn twee liter water al op (het was half 2). Helaas verloor Yamaguchi met 8-6 van Hokkaido. Zoë was vuurrood geworden en ging in de schaduw zitten, er was geen plek voor ons drie in de koelte, dus Sumi-san en ik bleven in de zon. Wakayama versus Echime was niet heel spannend, Wakayama had een heel groot cheerleeder team, dat was wel vet. De game was wel leuk om te kijken, maar erg voorspelbaar. 3-0 voor Wakayama. Half 5 begon de derde game en daar hebben we maar een stukje van gekeken, omdat het Tottori tegen Chiba is. Chiba is heel goed en bekend, en Tottori niet. Intussen was ik helemaal rood verbrand en waren we alle drie moe en hongerig. Terug naar Osaka dus.

De bedoeling was om daar avond te eten en als het donker is het Neon van Dotomburi te bekijken. Aan gekomen op Namba liepen we eerst het warenhuis van Takayashima in. Zeven verdiepingen met in de bovenste twee hele mooie authentieke Japanse producten (alleen heel heel erg duur, 1 miljoen yen voor een thee kom, of 4 miljoen yen voor een kimonoband). Daarna gingen we door de straten van Namba lopen. Dus allemaal overdekte winkel straten, waar je bekogeld wordt door de reclame, neon, lampjes, kleuren, verkopers en mensen. Heerlijk. We aten Takoyaki (zoek maar op wikipedia, lekker!) van een takoyaki-tent dat heel beroemd is in Osaka voor de goede smaak. In de winter staat er een rij van 100-150 mensen, standaard. En het smaakte ook hemels. Daarna gingen we een winkel straat in waar allemaal kook spullen te koop waren, helaas waren de meeste winkels dicht, want ze verkopen hele leuke dingen. Vervolgens een boekenwinkel, en toen diner in een Osakaans beroemde Okonomiyaki restaurant (weer lang gewacht). Maar de resultaat was perfect. Het was inmiddels donker in Dotomburi, dus de neonlichten waren aan. Tussen de mensen massa door kwamen we aan op het mooiste plekje. Een heel gebouw in neon reclame, prachtige sfeer. Toen ik het fototoestel vol geschoten had, keerden we terug naar huis, van een hele toffe dag.

____
Link naar het album van Koshien:

Kyoto

De dag voor eergisteren (de tijd gaat echt te snel) heb ik Kyoto bezocht. Kyoto is ongeveer de historische hoofdstad van Japan. In hele oude dagen is dit ook voor een millennium de hoofdstad geweest. In de Tweede Wereldoorlog, toen Japan als beesten te keer gingen in Azië, heeft Amerika heel Japan volledig afgebrand. Al het Japanse wereld erfgoed is toen vergaan. Maar Amerika spaarde wel Kyoto. En daarom is er nog zo veel over van voor de Wereldoorlog. En daarom wilde ik er naar toe, om het oude Japan te ervaren.

Zoë ging natuurlijk weer mee.. En we vertrokken van Haruki om 7:21, bepakt met levensmiddelen, naar Kyoto. Ik had die dag er voor een heel mooi lijstje gemaakt met alles wat we wilde bezoeken, hoe we daar komen en hoe de bus werkt. Het bussysteem is Kyoto is heel goed. Overal komt een bus langs. Voor 500Yen, 3 euro, kan je de hele dag toeren, een geweldige deal. Er is op sommige plekken een Bus Navi te vinden, met daarop de kaart met de bezienswaardigheden, de bussen die er langs rijden, en de routes van die bussen. Heel handig. Maar dan moeten die Bus Navi's wel overal te verkrijgen zijn. Dat was niet zo goed van Kyoto. Helemaal vervelend was dat ik mijn mooie homemade-gids niet kon vinden, daar kwam ik achter terwijl we in de verkeerde trein zaten. Zonder gids geen idee wat we konden doen. En omdat we in de verkeerde trein zaten en ongeveer 20 minuten hadden verloren, konden we ook nog eens de Hankyu trein naar Kyoto missen... Gelukkig viel dit alles mee. Zonder gids kwamen ook op mooie plekjes, en we kwamen maar 20 minuten te laat aan in Kyoto.

Dus, aangekomen in Kyoto, zochten we naar de Bus Navi, niet gevonden, dus ik stapte maar in een willekeurige bus, hopend dat daar een Bus Navi zou zijn. Nee, geen Bus Navi. Zoë begon te piepen over de willekeurige bus, maar ja, wat moet je anders? Terwijl we ergens heen reden (geen idee waar heen), zag ik een Bus met 'Kinkakuji' erop. Ik wist: 'hé, dat is de Gouden Tempel van Kyoto!' We stapten over in de overvolle bus naar de Gouden Tempel. Voor 400Yen konden we naar binnen en liepen we door een prachtige tuin, verstoord door de toeristen (amper Japanners gezien), naar de Kinkakuji. Het is een plaatje gelegen voor een heel mooi meer, terwijl de natuur er om heen 'rust'. Heel bijzonder om in een ansichtkaart lopen. Na dat mooie plekje gingen we verder opzoek naar de Bus Navi, vonden we niet. Wel een grote map van Kyoto en de buslijnen. We besloten lijn 59 te nemen naar Ninnoji.

En deze bus 59 had wel een Bus Navi, wij blij. We liepen Ninnoji in. Geen toeristen! Alle toeristen zijn uitgestapt in de halte er voor. Een grote Zen-steentuin... niet echt boeiend. Ninnoji was heel mooi, gewoon mooi. Niet speciaal of spannend, maar mooi. Grote oude bruine tempels, van bijna vergaan hout, met jaren vakmanschap gemaakt en geverfd, nu verouderd en ten ruste achtergelaten met eeuwen herinneringen. Met de Bus Navi in de hand gingen we naar Arashiyama, een berg met allemaal mooie overgebleven plekjes.

Het was een lange rit, maar wel de moeite waard. Na lunch in een prachtig modern station, liepen eerst langs Tenryu tempel. Weer geen toeristen, heel raar, want het is heel mooi. Een groot park met allemaal oude huizen, vijvers, tempels etc. Dit cliché is heel cliché, maar het is gewoon mooi. Arashiyama lag er pal naast en we liepen naar een rivier (die heel lekker rook :P). De rivier lag tussen twee bergen in, begrensd met een hoge mossige kade. Voor de verandering was er een bijzondere sfeer. We liepen een beetje rond. Er was niet veel tijd om over de beroemde Arashima brug te lopen naar een tempel dorpje. We gingen terug na een korte duik in souvenir winkeltjes naar Kyoto stad en vandaar naar Kiyomizu-dera te gaan.

Vorige keer in Kyoto, tijdens het Gion Matsuri, waren we hiervoor te laat. Nu niet. We liepen de steile souvenir staat door die ons naar de top leidde. Daar lag en plaatje. En het werd steeds mooier. De tempels werden steeds uitgebreider, mooier en kleuriger. Op elke steen kon je wel een goede foto maken. Maar dat was lastig omdat alle stenen bezet waren door toeristen. Voor 300 Yen konden we verder het complex in. Vanuit daar een prachtig gezicht op de stad Kyoto.

Op de terugweg konden we maar een paar winkeltjes in, want we moesten ons haasten voor Fushimi Inari Shine. Die sloot om 5 uur. We moesten van West Kyoto naar Zuid, en het was al 16:15. Er ging maar 1 lijn naar Inari, en die om die lijn te pakken moesten we om rijden. Dus we besloten de bus te pakken die dichtbij die lijn stopt, en dan naar die lijn te lopen. We kwamen 16:37 bij die busstop aan, en we liepen door naar die ene lijn. Toen we 5 minuten later bij de busstop van lijn 5 aan kwamen rennen, bleek er maar 1 bus per uur te rijden. De laatste bus was 16:37... De volgende om 17:37. We waren te laat.

Diep teleur gesteld gingen we terug om verder te winkelen in de souvenirstaten. Toen die sloten om 6 uur, waren we van plan avond te eten. Maar omdat ik mijn gids was vergeten met een leuk eetstraatje (Pontocho), moesten we maar ergens anders dineren. We stopte de bus toen een lekker tentje voorbij kwam zweven en daar hebben we heerlijk gegeten (ook al stonk het restaurant vreselijk). Met volle buik terug naar Haruki (de terugreis was gek genoeg veel duurder :S). Om 10 uur was ik thuis. We hadden heel veel teleurstellingen gehad, maar het was wel een hele hele mooie dag (en duur XD).

____
Link naar het album van Kyoto: